Robin en Leon zitten allebei in de derde graad wetenschappen-wiskunde. Dat was eerder een negatieve keuze, zoals ze dat zeggen.
Ik verklaar me even nader.
Ze zijn wel min of meer geïnteresseerd in wetenschappen, als ze dan toch echt iets móesten kiezen.
En dus hadden we nog de volgende opties toen ik hen ergens vorig schooljaar inschreef bij de examencommissie derde graad:
– moderne talen – wetenschappen: nope. Ze haten Frans hartstochtelijk. Genoeg gezegd.
– economie – wetenschappen: dit was echt een serieuze optie geweest, maar helaas stopt die richting in het nieuwe systeem (vanaf september 2025) en we wilden geen stress om op tijd met de examens klaar te zijn.
– wetenschappen – wiskunde: dit bleef over. Allez dan maar.
Hun hart gaat dus niet bepaald sneller slaan van wiskunde. Het mijne wel – maar alleen omdat ik zenuwachtig word van hoe tergend traag ze die oefeningen oplossen. En nuttig? Dat vinden ze het al helemáál niet.
Want bijna niemand gebruikt in zijn dagelijks leven integralen of goniometrische functies, en beroepen waarin je dat wel gebruikt, staan hier intussen op de zwarte lijst.
En nu komt overmorgen het examen wiskunde eraan (het eerste van de drie), zeg, miljaar.
Dat examen komt natuurlijk niet uit de lucht gevallen.
Wiskunde is een hoofdvak, en het is veel leerstof. We zijn er in september aan begonnen, en hebben er het hele schooljaar aan gewerkt, met af en toe een pauze, want de paar weken voor elk examen focusten we altijd alleen op dat vak, en lieten we wiskunde dus tijdelijk links liggen.
Maar in totaal kropen er heel wat uren tijd in.
We proberen dus zeker niet om al die leerstof op 5 dagen in hun hoofden te krijgen, zoals blijkbaar een jongen wel van plan is, of zo postte hij toch op de Facebookgroep van de examencommissie. Als dát lukt, dan mag hij hier bijles komen geven!
Nee nee, we bestudeerden hoofdstuk per hoofdstuk en maakten heel veel oefeningen. We herhaalden alle hoofdstukken twee keer en we maakten nog meer oefeningen.
Ik dacht serieus dat we goed bezig waren.
Maar nu, de laatste dagen voor het examen, maken we allemaal oefeningen door elkaar, en dat is blijkbaar toch een brug te ver.
Robin zei me net letterlijk dat hij geen overzicht meer heeft en dat alle wiskunde nu een grote brij lijkt in zijn hoofd.
Hij kan ook zo naar een oefening staren alsof het de eerste keer is dat hij zoiets te zien krijgt. En als ik hem de kans zou geven, zou hij dat nog durven te beweren ook, onderwijl mij de schuld gevend.
Met Leon lijkt het wat beter te gaan, maar toch ook niet hoe het zou moeten.
En helaas mag ik er op het examen niet naast te zitten om ‘Alleee, je kan dit toch, dat is hetzelfde als dat van deze voormiddag!’ en soortgelijke aansporingen te doen. Ik zou nochtans niets verklappen, hoor. Denk ik.

Enfin, het zijn geen van beide optimisten in hart en nieren zoals hun moedertje, en ze denken allebei dat ze niet geslaagd gaan zijn.
Maar ze gaan toch meedoen, want dan hebben ze het tablet van de examencommissie al eens vastgehad (de wiskunde-examens zijn op een tablet en veel studenten hebben daar problemen mee) en wie weet sukkelen ze er toch nog door.
Duim je mee?

Wiskunde was al steeds moeilijk maar wat ik dacht, gaf jij zeer goed weer dat het steeds moeilijker en dikwijls onzinnig wordt.
Alleszins, SUCCES voor de jongens.