Onnoemelijk saai

Sinds een paar maanden gaan we om de twee à drie weken zwemmen, in een zwemcomplex waar ook glijbanen en een wildwaterbaantje zijn voor de jongens, en een sauna en Turks stoombad voor Marcel. Wat er voor mij is, daar ben ik nog niet achter gekomen.

De kinderen vinden het echt leuk, dat zwemmen, en die glijbanen. Marcel, die nog zijn dikke teen niet in het zwembadwater doopt, geniet altijd met volle teugen van vooral de sauna. Van waaruit hij Victor, wiens zwemkunsten toch nog een beetje te wensen overlaten, natuurlijk niet in het oog kan houden.

En daarom ga ik ook maar altijd mee, want ik wil mijn kinderen graag alle drie zien opgroeien. En dan liefst nog tot attentvolle, charmante mannen die op tijd en stond hun moeder in de bloemetjes zetten, maar goed, dat is echt nog af te wachten.

Ik doe dat dus niet graag, zwemmen. Maar om nu twee uur (zo lang, ja!) aan de kant te zitten wachten en op Victor te letten, nee, dat is ook niet alles.

En dus koppel ik steevast het nuttige aan het onaangename en trek ik drie kwartier baantjes, in hetzelfde bad waar Victor vertoeft als hij niet van de glijbanen gaat, zodat ik kan checken of hij wel boven blijft.

Ik kan zo uit mijn hoofd heel wat populaire hobby’s opnoemen waarvan ik niet kan begrijpen dat mensen ze leuk vinden. Tuinieren bijvoorbeeld. En koken. En postzegels verzamelen.

Maar zwemmen spant toch echt de kroon.

Jong (wel ja) en naïef als ik ben, dacht ik vooraf dat de stilte, of toch de ongestoordheid, ervoor zou zorgen dat ik mijn gedachten eindelijk eens echt de vrije loop kon laten en dat ik misschien wel tot geweldige inzichten zou komen.

Maar blijkbaar verstoort dat chloorwater mijn neuronen of zo, want er kwam werkelijk niks, behalve ‘hoe lang duurt dat hier nog, verdekke’.

Ik vind zwemmen zo onnoemelijk saai, dat ik nog liever eentonige verhaaltjes van een zichzelf herhalende kleuter-Victor zou aanhoren, en geloof me, daar werd ik echt niet vrolijk van.

En verder dacht ik op een moment serieus dat er iets mis was met de zwembadklok, maar blijkbaar kan de tijd nóg trager gaan dan tijdens een laatste lesuur fysica op vrijdagnamiddag als je honger hebt.

Dit probeerde ik om het ietwat draaglijker te maken:

  • Ik wisselde mijn zwemslagen af
  • Ik telde de minuten in gedachten af in het Engels, Frans, Duits, Spaans en Japans (maar daar geraakte ik niet verder dan 10)
  • Ik probeerde om zo ver mogelijk onder water te zwemmen
  • Ik keek of Victor misschien iets amusants deed, maar dat was natuurlijk niet zo

En verder reikte mijn inspiratie niet, want je weet wel: verstoorde neuronen of zoiets.

Enfin, het overweldigende gevoel van opluchting altijd als de drie volle kwartieren over zijn, maakt wel veel goed. Allez, toch iets.

Maar ik wacht toch met smart tot ik Victor met een gerust hart alleen kan laten zwemmen, zodat ik intussen iets écht leuks kan gaan doen. Bloggen bijvoorbeeld :-).

1 thought on “Onnoemelijk saai”

  1. Dag Elke,
    dat saaie kan ik inkomen, ik hou evenmin van het water en dan moeten surveilleren op een zwemmende kleuter idd, allemaal niet echt leuk.
    Gelukkig van voorbijgaande aard.
    Uiteindelijk gaf het toch inspiratie voor een volgend verhaal.
    Groetjes, take

Leave a Comment

Scroll to Top